Jaarlijks archief 2022

Kinderopvang : wat goed loopt, moet niet veranderd worden.

  1. Het belang van het kind. De toetssteen van elke kinderopvang moet het kind zijn en het kind is hier duidelijk de dupe. Opvang op de vertrouwde school is steeds aangenamer, praktischer, pedagogisch verantwoorder. Men stelt hier de stenen voorop. Een gebouw moet gevuld worden, kost wat kost. De stenen zijn belangrijker dan het kind. 
  2. Het gelijkheidsbeginsel tussen scholen. Door deze beslissing wordt het gelijkheidsbeginsel geschonden. De scholen in het centrum van de stad worden op die manier benadeeld. Dat een stadsbestuur de onderwijsvrede in het gedrang brengt is onbegrijpelijk.
  3. Het belang van de ouders. Opvang in de scholen draagt een steentje bij aan de moeilijke situatie waar ouders zich soms in bevinden door de combinatie arbeid-gezin.
  4. Betrokkenheid van ouders. Deze beslissing is er gekomen zonder overleg met de ouders. Het is dus een beslissing die genomen is zonder enige vorm van inspraak, enkel op basis van economische overwegingen. 

Vernieuwing Stationsbuurt

De projectdefinitie leest voor onze fractie als een stukje uit ons eigen verkiezingsprogramma.

Als het goed is, mag het gezegd worden. Het is een mooi projectdossier en er hangt een heel mooie Vlaamse subsidie van meer dan 2 miljoen euro aan vast. De binnengehaalde subsidie voor ‘Veerkrachtige steden na Corona’ moet gebruikt worden voor einde 2025, dus het hele stadsvernieuwingsproject moet nu echt in een stroomversnelling terecht komen. En dat is schitterend nieuws voor een buurt die al lang wacht op een opwaardering.

‘Een kwalitatieve herinrichting van het publieke domein in de stationsbuurt moet bijdragen aan een veilige, gezonde, sociale en duurzame stationsbuurt op maat van jong en oud.’

Het hele dossier is op elke pagina doorspekt met rode en groene elementen.

Het centrale openbaar vervoersknooppunt verder ontplooien, vanuit het STOP-principe, met meer deelmobiliteit, met minder doorgaand verkeer, minder vervuiling en lawaai van auto’s en meer groene open ruimte is uiteraard een must.
Veel hangt hier echter samen met of de Stadsboulevard er al dan niet komt. In elk geval, als die er komt, komt die pas veel later. Het is dus belangrijk om het scenario met en het scenario zonder de Stadsboulevard mee te nemen in het ontwerp. Het lijkt ons dan ook wenselijk om dit mee te geven aan de ontwerpteams, zodat ze beide varianten kunnen opnemen in hun dossier.

Rond duurzaamheid en vergroening staat er heel wat geformuleerd in de visietekst.

Voor onze fractie is het ontzettend belangrijk om op dat vlak heel ambitieus te zijn. Als we de klimaatdoelstellingen en het burgemeestersconvenant willen halen, dan is het bij projecten als deze waar de open ruimte wordt aangepakt in een verstedelijkt gebied, dat we voor een echt andere aanpak moeten gaan. Niet alleen hier en daar een boom en een bloembak, maar echt drastisch ontharden ifv de strijd tegen de opwarming en de waterdoorlaatbaarheid. We hopen dan ook dat dit mee doorweegt in de keuze van het definitieve ontwerp.

Ten slotte vinden we dat we ook ambitieus en toekomstgericht moeten zijn op het vlak van duurzaam en betaalbaar wonen.  De Stationsbuurt is momenteel grijs en oud, met veel verborgen armoede. Het is bij uitstek een buurt waar nog veel marge is voor verbetering van de woonkwaliteit, waar er ook nood is aan sociale huisvesting, waar alleenstaanden een betaalbare plek moeten kunnen vinden, op wandelafstand van het station. Een gezondere, duurzamere, betaalbare woonomgeving zorgt voor gezondere en gelukkigere inwoners. En dat is toch waar een stad van droomt.

Sociaal tarief seniorenrestaurants

Maar ik wil toch even tussenkomen, omdat ik echt geraakt was door het antwoord van Schepen de Spiegelaere tijdens de commissie over de prijzen van een maaltijd in de restaurants van het OCMW.

Wij keuren deze tarievennota met onze fractie goed.

Enkel in het Nevelse restaurant is er een sociaal tarief van 6,5 euro per maaltijd. Eerlijk gezegd vind ik dat tarief al niet zo heel erg sociaal.

In de 2 Deinse restaurants (Grand Café Karel Picqué en 17dorpen) wordt alleen het normale tarief van 8,5 euro per maaltijd gehanteerd. En nu komt mijn verontwaardiging: ‘omdat het altijd zo was en er dus geen nood is aan iets anders’. 

Dus moeten wij het normaal vinden dat de financieel meer kwetsbare inwoners 8,5 euro per maaltijd moeten neertellen. Stel dat die inwoner 2 x per week in het OCMW-restaurant wil gaan eten, dan kost hem of haar dat 75 euro per maand. Wie met een laag pensioen moet rondkomen in deze tijden, kan zich dat echt niet permitteren.

Ik wil toch even mijn punt verder maken.

In de Gentse OCMW-restaurants als ‘t Oud Postje, Parnassus, het Toreke hanteert men 3 tarieven: een normaal tarief van 8 à 9 euro, een verlaagd tarief van 5,5 euro voor iedereen met VTK (verhoogde tegemoetkoming) en een kansentarief van 3 euro per maaltijd voor mensen met een leefloon of een equivalent inkomen. Hiervoor moeten inwoners een Uitpas aan kansentarief aanschaffen (voor 1 euro per jaar). Ik zou hier ook een pleidooi kunnen houden voor de uitrol van een Uitpas in Deinze, maar ik ga me beperken tot een duidelijke vraag om ook in de OCMW-restaurants in de Deinze op z’n minst een sociaal tarief aan te bieden. En om dat sociaal tarief echt sociaal te maken, want zelfs 6,5 euro is lang niet voor iedereen haalbaar.

Een sociaal restaurant heeft immers meerdere functies. Het biedt een volwaardige, voedzame warme maaltijd aan, maar het is ook een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Door onze prijzen zo hoog te houden en geen sociale correcties te voorzien, duwen we een groep mensen richting meer ongezonde voeding en ontnemen wij hen de kans om andere mensen te ontmoeten. 

De Cyriel Buysse Prijs

Hartelijk dank nogmaals om deze prijs.

Het werk met de vluchtelingen geeft mij veel voldoening, en de waardering van zo een prijs geeft ons de moed om verder te doen,

Groetjes uit het zonnige Vilnius,

Bart Pauwels

De Alice Buysse Prijs

Ines Keygnaert behaalde haar PhD in Geneeskunde over seksueel geweld en gezondheid van vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder wettig verblijf. Ze is docent seksuele en reproductieve gezondheid alsook de team leader van het “Gender & Violence Team” dat de onderzoekslijnen rond seksueel en gendergerelateerd geweld, schadelijke culturele praktijken, seksuele en reproductieve gezondheid van migranten en andere kwetsbare groepen uitvoert. Sinds 2006 coördineerde Ines verschillende onderzoeksprojecten over deze thema’s en ontwikkelde vele praktische richtlijnen voor beleid, interventies, instrumenten en vormingshandboeken. Ines is ook een erkend expert op gebied van seksueel geweld en gezondheid van migranten en voerde reeds verschillende opdrachten uit voor WHO en UNFPA maar ook voor verschillende regeringen. Ze geeft onder meer les over interculturele moeder- en kindzorg, seksueel geweld en gezondheid en mensenrechten en zetelt in verschillende expertencommissies.