Tussenkomst Dirk Stroobandt over “aanpassing meerjarenplan.” Business as usual !

In de documenten komt een aantal keren voor dat de meeste zaken in onze financiën business as usual zijn. Helaas is dat ook zo voor de minder goede kanten die elk jaar terugkeren in de budgetbespreking. Dus onze opmerkingen komen ook weer terug natuurlijk.

In totaal werd bijna 9 MEUR aan investeringen voor 2020 niet uitgevoerd (deel 1, p. 38). 

Voorbeelden: fietspaden Vinktstraat, Oudenaardsesteenweg, Tieltsesteenweg en Damstraat. Renovatie cultuurhuis Hansbeke, Dorpskernen Meigem, Hansbeke, Nevele en Oostkouter. 

Dat blijft toch een probleem. Ik kan me voorstellen dat niet alles afgerond is maar dat er zelfs nog niet begonnen is aan de uitvoering terwijl het bedrag wel voorzien is blijft problematisch en zorgt elk jaar voor een heuse goocheltoer met cijfers om de boeken voor de toekomst te laten kloppen, waarbij telkens weer niet alleen rekening gehouden moet worden maar zelf gerekend wordt op het feit dat er een bijkomend overschot is van het voorgaande jaar.

De schuld per inwoner blijft in de rekeningen weliswaar rond de 1000 EUR maar dat is vooral door het steeds doorschuiven van geplande investeringen.

Als we alle investeringen zouden uitvoeren volgens plan dan zou de schuld wel oplopen tot bijna 2000 EUR/inwoner in 2023 en tegen einde legislatuur (2024) op 1850 EUR uitkomen. Maar we rekenen er natuurlijk op dat de investeringen niet allemaal uitgevoerd worden en doorgeschoven gaan worden. Dat betekent volgens mij vooral dat niet alles wat deze legislatuur gepland was zal kunnen uitgevoerd worden.

Het exploitatiesaldo (deel 1, p. 76) blijft elk jaar zeer hoog (tegenover vroeger): in 2020 (rekening) was het 13,7 MEUR, in 2021 wordt nog steeds 8,3 MEUR voorzien, pas vanaf 2022 wordt jaarlijks rond de 5 MEUR voorzien (wat meer normale waarden zijn in de fusiestad). Bovenstaande cijfers zijn voor stad en OCMW samen. Voor de stad alleen is het jaarlijkse overschot 16 MEUR in 2020, 12 MEUR in 2021 en dan telkens tussen de 9 en 10 MEUR in de jaren daarop.

Dit blijft, zeker voor een Coronajaar, vreemd. Het tekort aan personeelsinvulling is wellicht een gedeeltelijke verklaring (deel 1, p. 94: 1,9 MEUR) maar is op zich natuurlijk ook een probleem voor de goede werking van de stadsdiensten. Een ander belangrijk onderdeel is de onderraming van de belastingen (800 kEUR) en de verhoging van de dagforfait WZC (84 kEUR). Dat laatste is wel wrang in een Coronajaar.

Over dat personeel wil ik toch even blijven stilstaan. Nog nooit was de malaise zo groot en was er zo’n tekort aan personeel. We hebben een achterstand tegenover wat voorzien was in het meerjarenplan van 29 personeelsleden. Wij vragen ons dan toch af hoe dat precies komt.

Het lijkt er toch op dat er sinds de fusie veel goede krachten weggegaan zijn. Is dat zo? En zo ja, waarom? Misschien voelt niet iedereen zich zo goed in het fusieverhaal dan jullie dachten. Anderzijds hadden wij ook verwacht dat er met de fusie efficiëntiewinsten zouden zijn en er dus niet meer maar juist minder mensen nodig zouden zijn om hetzelfde werk te doen dat vroeger doo verschillende diensten in Deinze en Nevel werd gedaan maar nu door een samengevoegde dienst efficiënter kan gebeuren. Dat is dan toch zeer tegenstrijdig aan het feit dat er zoveel extra personeel nodig blijkt te zijn. Ik zou dat dan wel geen Wallonisering noemen… beetje tendientieus.

We blijven het beleid achter de cijfers missen

Ik lees in deel 2 heel veel over de impact van Corona op alle aspecten van het leven van de inwoners maar er staat niet wat we daaraan als stad (kunnen) doen. Dus er is wel degelijk een impact terug te vinden in de cijfers maar hoe het CBS de gevolgen van Corona in de samenleving in globo wil aanpakken is niet duidelijk. Er zijn individuele acties maar het globale beleid blijft achterwege.

En dat is ook zo voor het merendeel van de beleidsbeslissingen. We hebben het hier al vele keren moeten herhalen sinds het begin van deze legislatuur (en daarvoor ook al: het beleid is afwezig (er was zelfs geen beleidstekst in het meerderheidsakkoord). We zijn nu halverwege maar wij blijven ons afvragen: waar wil deze legislatuur naartoe?

Enkele voorbeelden:

Heel onze meerjarenplanning is opgehangen aan de duurzaamheidsdoelstellingen en onze burgemeester heeft het burgemeestersconvenant ondertekend maar ik zie dat niet echt terugkomen in de cijfers.

Voor duurzaamheid (deel 1, p. 57) is er 140 k in 2021 en 112 k in 2022 voorzien (maar waarvoor?). En is het niet veel te weinig?

Klimaatpact (slide 24): 150 kEUR subsidies en 300 kEUR eigen middelen. Dat is nog steeds bijzonder weinig. Daarmee gaan we het klimaat in onze stad niet redden. We zullen een tandje bij moeten steken.

We zijn al jaren bezig met plannen maken voor de site Oostkouter. Maar ik zie (deel 1, p. 39) dat er tot en met 2025 geen geld meer is voorzien voor de dorpskernvernieuwing site Oostkouter. Gaat er met de bestaande plannen dan niets gebeuren?

Conclusie: 

De cijfers zijn zoals steeds technisch in orde maar de problemen met het doorschuiven van investeringen blijven bestaan: dus inderdaad business as usual.

Het zeer grote exploitatieoverschot in de stad is op zich natuurlijk goed nieuws maar het roept ook vragen op, zeker in een coronajaar.

Wij hadden na de fusie efficiëntiewinsten verwacht maar nu blijkt er eigenlijk een groot tekort aan personeelsleden te zijn. Wij stellen ons daar toch vragen bij.

En zoals andere jaren zien wij veel cijfers en veel verschillende acties maar wij missen toch het beleid achter al die cijfers en dus de samenhang en het groter geheel.

Wij zullen ons dan ook onthouden.